
Eikenprocessierups
Thaumetopoea processionea
Uiterlijk | : |
De rupsen hebben een zwartbruine kop en een zwartgrijs lichaam, met een donkergrijze rugstreep. Ze hebben lange, grijzig witte beharing. Deze haren staan op roodachtig oranje wratten. Over de stigma's loopt een lichte lijn. Vooral het gedrag van de Eikenprocessierups is kenmerkend, wanneer ze "in processie" tegen de stam van eiken te vinden zijn. | |
Ontwikkeling | : | De eikenprocessierups is de larve van Thaumetopoea processionea, een nachtvlinder. Deze vlinder legt zijn eitjes in de toppen van eikenbomen. Wanneer deze rond eind april in blad komen, komen de eitjes uit. De rupsen gaan ’s nachts vanuit de nesten in een grote groep op zoek naar voedsel: de zogenaamde "processies". Overdag zitten de rupsen bij elkaar in een spinsel tegen de stam of dikkere takken, waar ze later ook verpoppen. Deze "nesten" bestaan uit een dicht spinsel van vervellingshuidjes met brandharen en uitwerpselen. De rupsen hebben lange, witte haren, maar voordat ze de beruchte brandharen krijgen, vervellen ze eerst een aantal malen. De brandharen zijn 0,1-0,2 mm lang, en laten makkelijk los waarna ze door de wind worden verspreid. Vanaf half mei zijn de rupsen zover gegroeid dat ze brandharen hebben. De rupsen verpoppen begin juli tot een onopvallende nachtvlinder. De vrouwtjes hiervan zetten begin september hun eitjes weer af. |
|
Leefwijze | : | Zie ontwikkeling | |
Schade/Overlast | : | Door vraat aan de bomen ontstaat er schade. Na contact van de brandharen met de huid kunnen zich binnen acht uur lokale symptomen voordoen, die het gevolg zijn van een heftige irritatie en ontstekingsreactie. Er ontstaat een pijnlijke rode huiduitslag met hevige jeuk. Het beeld van de huid kan sterk variëren: van bultjes en pukkels tot met vocht gevulde blaasjes, die kunnen gaan ontsteken. Niet alleen kan dit zich voordoen op de onbedekte huid, maar ook andere delen van het lichaam kunnen aangetast zijn. Door zweet, krabben en/of wrijven kunnen de haren zich gemakkelijk verspreiden naar andere delen van het lichaam. Langduriger contact met de huid kan ook optreden doordat haartjes in de kleding terecht gekomen zijn.
Als brandharen in de ogen terecht komen, kunnen zij binnen één tot vier uur heftige pijnlijke reacties geven, roodheid en jeuk, in sommige gevallen met ontstekingen. Indien de brandharen blijven zitten, zullen de klachten blijven bestaan. Na inademing kunnen de brandharen ook een irritatie of ontsteking geven van het slijmvlies van de bovenste luchtwegen (neus, keel en grote luchtwegen). De klachten lijken in eerste instantie op een neusverkoudheid. Tevens kunnen mensen ook klagen over pijn in de keel en eventueel slikstoornissen aangeven. In sommige gevallen kan er sprake zijn van kortademigheid.Behalve lokale klachten kunnen zich ook algemene klachten voordoen: koorts, algehele malaise, duizeligheid en braken |
|
Wat te doen bij jeuk/iritatie: | : | In het algemeen verdwijnen de symptomen binnen enige dagen tot weken. Van belang is dat, mede om verdere verspreiding van de brandharen over het lichaam te voorkomen en om progressie van ontstekingsreacties tegen te gaan, de huid goed met water wordt gewassen en dat aangetaste ogen goed worden gespoeld met water. Eventueel kan men in het beginstadium de aangedane huid met plakband strippen om overtollige haren snel te verwijderen (pijnlijke zaak voor de mannen). Omdat haren moeilijk uit de kleding te verwijderen zijn, wordt verder aanbevolen deze zeer grondig met water en zeep te reinigen, zeker wanneer men weet dat men in een belast gebied is geweest en men hierbij overlast heeft ondervonden van de brandharen.
Bij lichte symptomen kan ondersteunende therapie met medicijnen achterwege blijven. Bij hevige jeuk kunnen anti-jeukmiddelen met kamfer of menthol zeker verlichting geven. Voor ernstigere behandeling moet men de huisarts raadplegen. |
|
Verwarring | : | Nesten en spinsels van de eikenprocessierups kunnen mogelijk verward worden met die van andere insectensoorten zoals de spinselmot (Yponomeuta sp.) en de bastaardsatijnvlinder. Spinselmotten maken grote webachtige spinsels in verschillende soorten struiken (o.a meidoorn, kardinaalsmuts en vogelkers) maar niet in eik. De spinselmot kan hele struiken kaalvreten, en kapselt deze in met een wit, zijdeachtig spinsel. Eikenprocessierupsen worden, in tegenstelling tot spinselmotten, vrijwel alleen gevonden op eiken. |
1 van de 30 | ||
Terug |